''Ik ben heel graag in mijn hoofd'' — Interview met Cees Schomper
Het is prettig om houvast te hebben, maar SeederDeBoer-partner Cees Schomper vindt het ook heerlijk om iets niet te weten. ‘Als consultant verkoop ik houvastjes, geen routebeschrijvingen.’
Hoe kwam je bij SeederDeBoer terecht?
‘Ik had een sollicitatiegesprek met oprichter René Seeder. Die zei na vijf minuten tegen de andere consultant: “Ik weet het al, deze jongen gaan we aannemen. Ik weet niet of jij nog vragen hebt?” Ik wist niet wat ik meemaakte, die snelheid van handelen intrigeerde mij – op papier had ik eerst nog een paar gesprekken en een assessment moeten hebben. Het was mij meteen duidelijk dat dit een plek was waar ik zelfstandig kon werken en ruimte kreeg om me te ontwikkelen. Ik ben een eigenwijze jongen die het liefst buiten de lijntjes kleurt. Daarom past deze organisatie zo goed bij mij. Je hebt geen strakke functieomschrijving en er is geen omzet-gedreven afrekencultuur. Wij zijn met elkaar verantwoordelijk voor de prestatie van de hele organisatie.’
Waarom ben je nooit ergens anders gaan werken?
‘Omdat ik niets miste. Ik kon en kan opdrachten doen die ik wil, op een manier die ik prettig vind. Voordat ik partner werd, had ik ook best een vrije rol. Op een gegeven moment heb ik wel een soort mini-sabbatical van twee maanden genomen, om na te denken over mijn toekomst. Ik vroeg mezelf af of ik nog wel adviseur wilde zijn en of ik mezelf dit bij SeederDeBoer nog jaren zag doen. Met een vriend ben ik naar Berlijn gegaan, waar we veel over onze carrière en wensen hebben gesproken. Bij dit soort vraagstukken ga ik altijd eerst nadenken, praten en lezen. Daarna ga ik fietsen om in mijn lijf te komen. Dan landt alles wat beter en voel ik welke beslissing passend is. Na een paar weken was ik er wel uit dat ik nog steeds op het goede pad zat.’
Je wilde per se voor je veertigste partner worden. Waarom?
‘Ik had altijd het idee dat ik te lang ben blijven hangen in mijn studietijd en dat ik iets in te halen had ten opzichte van mijn peers. Ik had een drukke bijbaan waardoor ik veel op reis was en niet aan studeren toekwam. Toen mijn vrouw, die later was begonnen met studeren, eerder klaar was dan ik, was dat een eyeopener. Ergens ontstond daar het idee dat ik een paar jaar had ‘weggegooid’ die ik later in moest zien te halen. Mijn ouders en vrouw deden samen een soort interventie, waarbij zij mij confronteerden met mijn toekomstplannen. Als zoon deed het pijn dat mijn vader zo teleurgesteld in mij was.
Na twee maanden belde ik mijn moeder om te zeggen dat ik mijn studie ging afmaken, maar bij hen wilde intrekken. Dat zag mijn vader niet zitten, hij had geen zin om mij dan elke dag achter de broek aan te moeten zitten op mijn 25ste. We hebben toen goede afspraken gemaakt en nu kijken we alle drie terug op een fijne tijd. Uiteindelijk heb ik mijn studie in sneltreinvaart afgerond.
Hoe bevalt het om partner te zijn?
‘Ik wilde per se partner worden, maar toen ik het eenmaal was realiseerde ik me dat er niet iets wezenlijks is veranderd. Ik doe nog steeds hetzelfde werk. Alleen is er nu meer druk omdat ik de verantwoordelijkheid voel voor 225 collega’s die afhankelijk zijn van onze keuzes. Dat besef vond ik het eerste jaar als partner moeilijk, het heeft te maken met het grote verantwoordelijkheidsgevoel dat ik met mij meedraag.
De maatschap en de organisatie zijn de laatste jaren gegroeid, en daardoor ingrijpend veranderd. Ik vond de andere partners eerst een intimiderend, dominant blok. Ze kenden elkaar al zo lang en goed dat ze aan een half woord genoeg hadden. Ik zag niet hoe ik als jong broekie de koers mede kon bepalen. Bij een van de familieopstellingen van organisatieadviseur Manon Vos kwam dit ter sprake. Ik liet weten dat ik er geen behoefte aan heb dat de andere partners mij behoeden voor een val, maar wil dat zij er zijn áls ik val. Je moet je eigen fouten kunnen maken om daarvan te leren. Dat is ook de enige manier om als individu en groep te kunnen groeien en meer zelfsturing te realiseren.’
Waar komen je drive en ambitie vandaan?
‘Van huis uit kreeg ik de boodschap dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen geluk en dat je eruit moet halen wat erin zit. Ik heb de lat altijd hoog gelegd. Een van mijn eerste opdrachtgevers zei: “Cees neemt geen genoegen met een 9 als een 10 mogelijk is.”
Ik kan me ontzettend druk maken als ik zie wat er allemaal mogelijk is. Dan ga ik daar helemaal voor. Opdrachtgevers merken dat ook. Ik hou me niet altijd aan opdracht of afspraak – als ik denk dat iets anders beter is, ga ik daarvoor.’
Communiceer je daar dan over?
‘Dat heb ik wel moeten leren. Bij mij speelt zich veel af in mijn hoofd, waardoor ik niet altijd tijd besteed aan de verbinding, aan het contact. Inmiddels weet ik dat je eerst contact moet hebben voordat je gaat afwijken van een afspraak. Ik investeer nu meer in een relatie, omdat het belangrijk is en omdat er een grote kans is dat ik op avontuur ga.
Ik leef het minst in het nu en ben veel met de toekomst of tijdlijnen bezig. Ik ben heel graag in mijn hoofd, dan ga ik alle kanten op. Mijn vrouw vraagt dan: ‘‘Cees, waar ben je?’’ Soms ben ik met een bepaald vraagstuk bezig en kan dat uren of dagen duren. Op gegeven moment heb ik een lijn gevonden en dan kies ik.
Het is prettig om houvast te hebben, maar ik vind het ook heerlijk om iets niet te weten. Bij opdrachten weet je tenslotte ook niet van tevoren wat het eindpunt gaat worden. Dat zou betekenen dat jij het als consultant beter weet dan de klant. Ik verkoop eigenlijk houvastjes, maar geen routebeschrijvingen.’
Als je alle kanten op gaat, hoe zorg je dan dat je niet verdwaalt?
‘Ik verdwaal eigenlijk nooit omdat ik letterlijk en figuurlijk punten van houvast creëer waarop ik me kan oriënteren. Dat doe ik ook als wij ergens op reis zijn. Ik vind altijd de weg terug. In mijn persoonlijk leven doe ik dat door mensen om mij heen te zoeken die houvast bieden. Zoals mijn vrouw: zij haalt me af en toe uit mijn gedachten. En ik spreek veel met mijn vader over zakelijke onderwerpen. Voor gevoelige thema’s kan ik bij mijn moeder terecht. In die zin best een traditionele verdeling.
Ik lees graag en ben nu bezig in Wat is er in hemelsnaam gebeurd?, een heerlijk boek van de Engelse historicus Christopher Lloyd dat ongeveer de hele wereldgeschiedenis in vierhonderd pagina’s beschrijft. Als je de geschiedenis bekijkt, besef je dat je maar een kleine rimpeling bent in het bestaan. Dat relativeert. Tegelijkertijd werken rimpelingen wel door en maakt het uit wat wij doen en welke waarde wij toevoegen.’
Welke rimpeling wil jij dan veroorzaken?
‘Voor mij is het belangrijk dat het niet alleen om efficiëntie gaat, maar vooral om relevantie. Hoe zorg je er als organisatie voor dat je relevant bent en in de toekomst relevant blijft. Onze consumptie-patronen zijn niet langer houdbaar – ik denk niet dat we tachtig soorten pindakaas nodig hebben. Het kan tegelijk toch niet waar zijn dat een steeds grotere groep mensen niet meer mee kan komen in de samenleving? De ongelijkheid wringt aan alle kanten waardoor er meer frictie ontstaat. Als er niets verandert, valt de samenleving uit elkaar. Ik wil een bijdrage leveren aan het creëren van ‘ontvangers’ in organisaties: mensen die denken vanuit relevante bijdragen en die fundamenteel anders met de wereld om willen gaan.’
Je bent rond je dertigste tegen je grenzen aangelopen. Wat gebeurde er?
‘Ik had best onrealistische verwachtingen over de snelheid van bepaalde ontwikkelingen. Ik realiseerde me onvoldoende dat er ook ervaring nodig is om resultaten te bereiken. Dat kun je niet overslaan. Maar ik had er nog niet het geduld voor. Ik werkte heel hard en maakte lange dagen. Ik kreeg allerlei fysieke klachten, zoals steken in mijn borst. Mijn gedachten en gevoel waren niet op elkaar afgestemd. Ik wilde harder dan ik eigenlijk kon.
In mijn hoofd zag ik allemaal oplossingen voor problemen, maar ik kreeg mijn gevoel en ook mijn omgeving niet mee. Ik denk dat ik niet makkelijk was om mee om te gaan. Net als veel partners van SeederDeBoer volgde ik een traject bij Phoenix om beter contact met mezelf en anderen te kunnen maken. Dat vond ik voor mezelf belangrijk, maar ook omdat ik in die tijd vader werd. Hoe kan ik mijn kinderen leren voelen als ik dat zelf moeilijk kan? Je kunt niet iets overdragen als je het niet zelf beleeft. Dan ben je ook geen goede leider.’
Wat maakte het zo lastig om te voelen?
‘De boodschap dat je zelf overal verantwoordelijk voor bent kon ik met mijn hoofd wel dragen, maar met mijn hart minder. Dat vond ik te zwaar. Ik zette het dicht, legde mijn lat aan iedereen op. En als je daar niet aan voldeed, kreeg je echt de wind van voren. Ik ben nu veel milder voor mezelf en mijn omgeving.’
Hoe zorg je er nu voor dat je niet over je grenzen gaat?
‘Als echte consultant creëer ik interventies en kijk ik wat iets oplevert. Ik had het plan om een paar keer per week yoga te doen, maar nu zit ik drie keer per week op de racefiets – ook overdag. Het is belangrijk voor mij om te aarden, anders blijf ik zweven in mijn hoofd.
Het afgelopen jaar was heel druk met twee carrières en drie jonge kinderen. Tijd voor elkaar en het gezin blijven maken is voor mij erg belangrijk. Een goede balans met het werk is hierin essentieel.’
Wat vind je de belangrijkste eigenschap van een consultant?
‘Nieuwsgierigheid en verbeeldingskracht. Nieuwsgierigheid naar de persoon die tegenover je zit en de organisatie waarin hij of zij werkzaam is. Wat zijn de drijfveren, waarom doet iemand wat-ie doet? Nieuwsgierig zijn maakt ook analytisch: het willen en kunnen begrijpen van een probleem is noodzakelijk om een ander perspectief te kunnen schetsen.
En daarnaast verbeeldingskracht, het vermogen om dingen te zien die er nog niet zijn. Vroeger wilde ik architect worden. Ik vind het nog steeds relevant om iets te creëren wat er nog niet is, door bestaande verbindingen te zoeken. Kinderen hebben dat van nature. Dat raken wij kwijt door aan richtlijnen en protocollen te willen en moeten voldoen. Dan gaat ons aangeboren vermogen verloren.’
Wat zou je jezelf adviseren?
‘Een goede connectie tussen hoofd en hart. Continu open blijven staan en willen leren. Blijf je verwonderen en zoek de ruimte op om jezelf en je organisatie verder te ontwikkelen. Gun jezelf de tijd om iets niet te snappen. Ik twijfel aan veel wat ik doe. Dat twijfelen zorgt ervoor dat ik altijd nieuwsgierig ben naar meer informatie, altijd zoek naar betere oplossingen en dat ik steeds beter afstem met mijn omgeving.
Ik voel me soms veel te verantwoordelijk voor alles. En ben ontzettend kritisch op mezelf. Daar kan ik in doorslaan en dat mag ik wel een beetje afleren. Je hoeft niet altijd een 10 te scoren.
Cees Schomper (1981) behaalde een master in Social Policy & Consultancy aan de Rijksuniversiteit Groningen en een Executive Master in Finance bij TIAS. Gedurende zijn studie werkte hij bij een reisorganisatie gespecialiseerd in Formule 1. Daar was hij verantwoordelijk voor de organisatorische en logistieke processen. Cees begon in 2010 als trainee bij SeederDeBoer en werd in 2021 partner. Hij is getrouwd met Moniek en heeft drie kinderen.
Tekst: Dominique Haijtema
Fotografie: Duco de Vries
Het interview met Cees Schomper is onderdeel van het REIS magazine - editie 6 'Dwalen'.